Testament & Erfrecht

Wat u wilt weten met betrekking tot testamenten!


* Waarom een testament?

* Het langstlevende testament (4 soorten)

waaronder ook de tweetrapsmaking

* Voogdijregeling belangrijk voor kind en vermogen

Waarom een testament?

Uitgaande van de situatie dat er sprake is van een gehuwd (of als partner geregistreerd) ouderpaar met één of meer kinderen.

1. Wanneer is de wet van toepassing en wat zegt de wet eigenlijk?

De wet is van toepassing als er geen testament is (of als er een testament is waarin de wet van toepassing wordt verklaard). Is er een testament waarin van de wet wordt afgeweken, dan is dat altijd bindend. Onafhankelijk van de ouderdom van het testament of de ouderdom van de wet.

Het eerste wat de wet doet, is het aanwijzen van de erfgenamen. Uitgaande van een echtpaar (of geregistreerd partnerschap) met kinderen, zijn dat de langstlevende echtgenoot (m/v)/partner en de kinderen, ieder voor een gelijk deel.

Maar de wet gaat verder. Nadat is vastgesteld wie de erfgenamen zijn, stelt de wet ook vast hoe er verdeeld gaat worden. Dus wie de eigenaar wordt. Op grond van de wet (de zogenaamde wettelijke verdeling) wordt de langstlevende enig eigenaar. De erfdelen van de kinderen worden omgezet in een beperkt opeisbare vordering in geld op de langstlevende. De langstlevende kan dus de ouder zijn van de kinderen maar ook de tweede, de derde, '" etc. echtgenoot van de overleden ouder.

2. Het wijzigen van erfgenamen of erfdelen

In een testament kun je wettelijke erfgenamen wijzigen en/of nieuwe erfgenamen toevoegen. Zo zou een kind bijvoorbeeld onterfd kunnen worden. Kan dat dan, je kind onterven? Ja hoor, dat kan.

Dat kon altijd al. En onder het huidige (nieuwe) erfrecht kan het nog veel beter dan voorheen.

Het toevoegen van erfgenamen kan ook. De huidige wet maakt het bijvoorbeeld mogelijk om stiefkinderen via een testament hetzelfde te behandelen als je eigen kinderen, zonder dat je eigen kinderen daar bezwaar tegen kunnen maken.

Ook de omvang van de erfdelen kan worden aangepast. In beginsel krijgen de erfgenamen allemaal een gelijk deel. Dus bij twee kinderen en een langstlevende ieder eenderde. Vooral om redenen van estate-planning (eventuele besparing van erfbelasting) kan het zin hebben om de erfdelen te wijzigen en af te wijken van de gelijke delen.

3. Het schrappen van de wettelijke verdeling

Op grond van de nieuwe wet (en de meeste langstlevende testamenten) wordt de langstlevende enig eigenaar van de hele nalatenschap. Hij of zij moet natuurlijk ook alle schulden voldoen en de waarde van de erfdelen van de kinderen schuldig erkennen. De kinderen krijgen dus (slechts) een vordering in geld op de langstlevende. Dit noemen we de wettelijke verdeling. Dat is eigenlijk de kern van het (nieuwe) erfrecht.

Als je wilt dat de kinderen direct grip krijgen op goederen die tot de nalatenschap behoren, dan zou je ervoor kunnen kiezen de wettelijke verdeling buiten werking te stellen. De langstlevende moet dan met de kinderen om de tafel gaan zitten om de zaak te verdelen: neem jij het bankstel, dan neem ik de bankrekening, neem jij de Ferrari, dan neem ik het tafelkleed, enzovoorts.

Het schrappen van de wettelijke verdeling zal denk ik niet veel voorkomen. Maar het kan wel.

4. De langstlevende machtigen om alles anders te doen

Er kunnen zich gevallen voordoen waarin de langstlevende eigenlijk helemaal niet de enig eigenaar wil zijn. Stel bijvoorbeeld dat het ouderlijk huis naar één van de kinderen moet. De langstlevende wil gewoon lekker in een huurflat gaan wonen, neemt de inboedel en het saldo op de bankrekening mee. Meer is niet nodig.

Wordt echter de langstlevende enig eigenaar op grond van de wettelijke verdeling en draagt hij of zij daarna het ouderlijk huis over aan (bijvoorbeeld) één van de kinderen, dan is op dat moment 2 of 6% overdrachtsbelasting(afhankelijk van de bestemming van het registergoed) verschuldigd. Deze overdrachtsbelasting kan in beginsel bespaard worden als het huis direct vanuit de nalatenschap van de eerst overledene naar het betreffende kind schuift.

Daarvoor is nodig dat de langstlevende de wettelijke verdeling ongedaan maakt.

In een testament moet de langstlevende dan natuurlijk de mogelijkheid gegeven worden om alles wat hij of zij wél wil uit de nalatenschap, zonder problemen naar zich toe te halen.

Even voor de volledigheid: het is een bevoegdheid van de langstlevende. De langstlevende hoeft er dus geen gebruik van te maken en de kinderen kunnen hun moeder of vader daar al helemaal niet toe dwingen.

5. Het uitsluiten of wijzigen van wilsrechten

Wat zijn wilsrechten? Even terug naar de wettelijke verdeling. De kinderen krijgen een vordering in geld op de langstlevende. Tot zover niets aan de hand. Het wordt pas spannend als de langstlevende een nieuwe partner ontmoet en gaat hertrouwen. Door dat hertrouwen zouden wel eens alle goederen bij de nieuwe echtgenoot en uiteindelijk bij diens kinderen terecht kunnen komen.

De wetgever vond dat blijkbaar geen gewenste situatie en heeft de kinderen voor dit soort gevallen extra rechten gegeven: de zogenaamde wilsrechten. Zo kunnen de kinderen, als de langstlevende aankondigt om te gaan hertrouwen, hun vordering in geld omzetten in een claim op goederen (tegen dezelfde waarde als de hoogte van de vordering).

Het is niet zo dat de boedelbak komt voorrijden om de gekozen goederen mee te nemen omdat de langstlevende het vruchtgebruik over deze goederen houdt. De wilsrechten zorgen ervoor dat de gekozen goederen uiteindelijk aan het kind ten goede zullen komen.

Als je die wilsrechten niet wilt, of anders wilt, dan is daarvoor een testament noodzakelijk.

6. Het benoemen van een executeur

Een executeur (wat vroeger een executeur-testamentair heette) moet benoemd worden in een testament. Vóór 1 januari 2003 kon dat in een codicil maar nu niet meer.

Aan de executeur kunnen vandaag de dag zeer verregaande bevoegdheden gegeven worden. Zo kan het heel belangrijk zijn voor een langstlevende die van het recht van ongedaanmaking gebruik heeft gemaakt (zie punt 4). om via de benoeming tot executeur weer maximale grip op de nalatenschap te krijgen.

Ook in gevallen waarin er veel erfgenamen zijn, of als de kans bestaat dat er ruzie komt tussen de erfgenamen, kan een executeur van doorslaggevende betekenis zijn voor een vlotte en juiste afwikkeling van de nalatenschap of wanneer de nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard wordt.

7. Iets regelen bij overlijden tijdens een echtscheiding

Wat gebeurt er als er sprake is van overlijden gedurende een echtscheidings-procedure? Zolang je niet gescheiden bent, ben je gehuwd en zal de langstlevende op grond van de wet (en/of een eventueel testament) enig eigenaar van de nalatenschap worden.

Ik kan me goed voorstellen dat de oorspronkelijke wens om alles aan je toekomstige ex te laten toekomen, als sneeuw voor de zon verdwenen is zodra je in scheiding komt te liggen.

Het zou in dat geval wel eens zo kunnen zijn dat eigenlijk alles direct naar de kinderen zou moeten gaan, of misschien naar een andere persoon (of personen) wanneer er geen kinderen zijn.

In het testament kan dit allemaal worden vastgelegd. De langstlevende houdt bij onterving - want daar hebben we het over - weliswaar bepaalde wettelijke rechten, maar daar is weinig aan te doen.

Na echtscheiding kan het ook verstandig zijn om een testament op te stellen, of het bestaande testament te wijzigen. De kans bestaat namelijk dat door het overlijden van de kinderen, na het overlijden van een ouder, de goederen van deze overleden ouder voor een gedeelte of zelfs geheel aan de ex ten goede komen. Tenslotte is de ex 'ouder', en daarmee wettelijk erfgenaam van het betreffend kind als dat kind geen eigen kinderen heeft (kleinkinderen dus) of niet gehuwd is.

Om dit te voorkomen wordt in de notariële praktijk het systeem van de zogenoemde twee-tra ps making gebruikt. Via de twee-trapsmaking leg je vast wat er met jouw nalatenschap gebeurt als jouw erfgenaam na jou komt te overlijden.

Voorts wordt meestal bepaald dat de ex niet het wettelijk vruchtgenot zal hebben over het door jouw (minderjarige) kinderen van jou geërfde vermogen.

8. Een klassieker: de befaamde anti-schoonzoon of anti-schoondochter clausule
In een anti-schoonzoon/anti-schoondochter clausule wordt vastgelegd dat de erfenis alleen bestemd is voor de eigen erfgenamen en niet voor hun partners.

De clausule kan nog wat meer gedetailleerd worden door te bepalen dat hij alleen van toepassing is wanneer het huwelijk van de erfgenaam eindigt door echtscheiding. Eindigt het huwelijk van een erfgenaam door overlijden, dan kan onder omstandigheden de clausule buiten werking worden gesteld. Deze detaillering dient vooral een fiscaal doel (in verband met de erfbelasting).

Deze klassieker in het testament is als een airbag in een nieuwe auto: hij zit er tegenwoordig vrijwel standaard in.

9. Overlijden tijdens de vakantie

Wie is eigenlijk de erfgenaam als het hele gezin tegelijk komt te overlijden, bijvoorbeeld tijdens de vakantie? Of nog verdergaand: wie is de erfgenaam als iedereen overlijdt op één ouder na?

Als het hele gezin tegelijk overlijdt, bepaalt de wet dat het totale vermogen van beide ouders verdeeld wordt tussen de beide families van de ouders (ouders, broers en zussen). Als je liever hebt dat in dat geval jouw nalatenschap aan bijvoorbeeld een goede vriend of vriendin, één broer, een goed doel of een combinatie daarvan ten goede komt, dan kan dat in een testament worden vastgelegd.

Als iedereen overlijdt behalve één ouder, wordt het helemaal spannend, vooral als die ouder relatief kort na de andere gezinsleden komt te overlijden. Zoiets is bepaald niet ondenkbaar bij auto-ongelukken.

In dit geval komt het totale vermogen ten goede aan de familie van de langstlevende. De familie van de eerst-overleden ouder zit er dan helemaal naast. Als je dat sneu vindt, dan is er een testament nodig om (ook) hen weer in de nalatenschap te betrekken. Daarmee kan dan geprobeerd worden de situatie van gelijk overlijden en (vlak) na elkaar overlijden in effect hetzelfde uit te laten komen.

Dat de fiscus zich in de handen zal wrijven bij dit soort erfstellingen is even een ander probleem

De langstlevende blijft goed verzorgd achter Op grond van de wettelijke verdeling of een langstlevende testament (opgesteld als de zogenoemde 'ouderlijke boedelverdeling'), wordt de langstlevende enig eigenaar van alles wat er is.

Dat is goed nieuws, naast uiteraard het verdriet in verband met het overlijden. De langstlevende hoeft zich over het algemeen geen zorgen te maken dat hij of zij (meestal zij) niet goed verzorgd achterblijft.

Ook de fiscus helpt mee aan deze verzorgingsbehoefte van de langstlevende echtgenoot. De vrijstelling voor de erfbelasting die de langstlevende heeft, bedraagt (afgezien van de vermindering met pensioen-aanspraken) €.630.000,00.

In de meeste gevallen komt de langstlevende daar een heel eind mee. Zeker indien er sprake is van gemeenschap van goederen, want dan heeft de langstlevende natuurlijk al op grond van het huwelijk de helft van het totale vermogen. De andere helft vormt dan de nalatenschap.

Het erfdeel van de kinderen

In het hierboven omschreven systeem erven de kinderen gewoon mee, maar krijgen ze niks dan wel vrijwel niks in handen. Hun erfdeel wordt namelijk omgezet in een zeer beperkt opeisbare vordering in geld.

In de meeste gevallen komt het erop neer dat de vordering pas bij het overlijden van de langstlevende daadwerkelijk opgeëist kan worden.

Erfbelasting

Maar dan de fiscus. De kinderen krijgen zoals gezegd vrijwel niets in handen, maar moeten daar wel erfbelasting over betalen.

"Kan ik effe vangen?" vraagt de fiscus. "Wat krijgen we nou!", roepen de kinderen, die net de schok van de niet opeisbare vordering te boven zijn. We krijgen niks, maar moeten daar wel erfbelasting over betalen? Vindt u dat niet sneu voor ons?" "Ja erg sneu", antwoordt de fiscus, "maar ik kan er niks aan doen. Zo is de wet nu eenmaal".

Natuurlijk vinden we het allemaal erg sneu dat je belasting moet betalen over iets wat je (nog) niet hebt. Maar: de aardigheid is dat wij er wél iets aan kunnen doen. De wetgever heeft er al iets aan gedaan door te bepalen dat de erfbelasting door de langstlevende moet worden voorgeschoten. Langstlevende testamenten bepalen over het algemeen hetzelfde.

Probleem opgelost?

Zo, probleem opgelost. Nou ja, opgelost... Het probleem is pas opgelost als de langstlevende genoeg contanten heeft om de erfbelasting van de kinderen te kunnen voorschieten.

Als de langstlevende de erfbelasting niet kan voorschieten, is het probleem helemaal niet opgelost. Want dan moet hij of zij alsnog het theeservies of de familiejuwelen gaan verkopen om de belasting te kunnen betalen. En dat was nu juist niet de bedoeling. Het was immers de bedoeling dat de langstlevende ongestoord verder zou kunnen leven.

Onterven Is er dan echt geen oplossing voor? Ja, die is er wel. Je zorgt gewoon dat de kinderen bij het overlijden van de eerste ouder geen erfbelasting hoeven te betalen. Hoe doe je dat? Door ze te onterven!

Maar dan wel onterven op een sympathieke manier. Je zegt namelijk niet dat de kinderen niks krijgen, maar wel dat de langstlevende alles krijgt en wel als enig erfgenaam. Zo'n testament is heel goed mogelijk. (het zogenaamde RADAR-testament).

Probleem alsnog opgelost. Want wat is tenslotte het verschil tussen een zeer beperkt opeisbare vordering en helemaal niets? Bij het overlijden van de eerste ouder is dat verschil zeer gering.

Het verschil komt pas daarná naar voren. Vooral in die gevallen waarin anders de vordering van de kinderen opeisbaar zou zijn, zoals bij overlijden, hertrouwen en faillissement van de langstlevende. Als er in geen vordering is, dan valt er ook niets op te eisen.

Ook zal bij het overlijden van de langstlevende niet geprofiteerd kunnen worden van de waardedrukkende factoren van de vordering als die er niet zijn. De kans is daardoor aanzienlijk dat er bij het overlijden van de langstlevende (veel) meer erfbelasting verschuldigd zal zijn. Het punt is echter dat de langstlevende daar geen last van heeft.

Wanneer is deze onterving zinvol?

Het spreekt voor zich dat deze 'onterving' vooral zin heeft in de volgende gevallen:

o als de voor te schieten successiebelasting behoorlijk hoog is;

o als het vermogen vast zit;

o én als de kinderen gezamenlijke kinderen zijn.

In alle andere gevallen is het zeer de vraag of het aan te raden is. Toch is het een punt van overweging. Vraag uw notaris dus daarnaar!

Het langstlevende testament· vier soorten

Wilt u ervoor zorgen dat er na uw dood gebeurt wat u wilt. dan zult u een testament moeten maken.

Natuurlijk wilt u uw kinderen goed verzorgd achterlaten, maar ook uw partner. Vandaar dat veel mensen kiezen voor het langstlevende testament. waarin de partner niets te kort komt. Maar hoe werkt zo'n testament?

Het begrip 'langstlevende testament' is eigenlijk zeer verraderlijk. Er kunnen namelijk allerlei varianten op dit thema zijn, die allemaal hun eigen voor- en nadelen hebben. Wanneer er gesproken wordt over een 'langstlevende testament', dan zegt dat dus maar weinig. Je zult ook moeten vaststellen om wat voor soort langstlevende testament het eigenlijk gaat.

Uiteraard hebben alle langstlevende testamenten met elkaar gemeen dat er zoveel mogelijk wordt voldaan aan de verplichting om de langstlevende ouder goed verzorgd achter te laten na het overlijden van de andere ouder. Dat is de belangrijkste overeenkomst. Maar er kunnen ook belangrijke verschillen zijn. In principe zijn er vier varianten.

1. Vruchtgebruik testament

Op zich is het vruchtgebruik testament niet echt een langstlevende testament omdat het vruchtgebruik in beginsel slechts het gebruik van zaken met zich meebrengt. Voor verkoop, hypotheek en dergelijke heeft de langstlevende de medewerking van de zogenoemde 'blooteigenaren' nodig. Blooteigenaren, oftewel de bezitters van het 'bloot eigendom', worden ook wel 'hoofdgerechtigden' genoemd.

Om de vruchtgebruiker toch meer bevoegdheden te geven, kun je in het testament het vruchtgebruik 'aankleden' met de bevoegdheid tot beschikken en verteren (= opmaken) van het vruchtgebruikvermogen.

2. Ouderlijke boedelverdeling / wettelijke verdeling

De ouderlijke boedelverdeling (ook wel 'wettelijke verdeling' genoemd) is een echte klassieker. De erfgenamen zijn de kinderen, tezamen met de langstlevende echtgenoot. Via de verdeling wordt de langstlevende ouder - wat uiteraard ook een stiefouder kan zijn - de enig eigenaar, en krijgen de kinderen een zeer beperkt opeisbare vordering (in geld) op hem of haar.

Op zich is dit een prima systeem, tót de fiscus om de hoek komt kijken. De kinderen worden namelijk - als erfgenaam - belast met erfrechtbelasting, terwijl ze de facto niets in handen krijgen. Daarom wordt over het algemeen testamentair vastgelegd dat de langstlevende ouder de erfbelasting van de kinderen moet voorschieten.

Het voorschieten van erfbelasting hoeft geen probleem te zijn, maar dan moet daar wel geld voor beschikbaar zijn. Als dat er niet is, dan zal de langstlevende alsnog dingen moeten verkopen.

Zoals het huis, wat geen aantrekkelijke gedachte is. De oplossing is eenvoudig, namelijk: zorgen dat de kinderen geen erfgenaam zijn. Daarmee komen we op de derde en de vierde variant van het langstlevende testament.

3. Langstlevende enig erfgenaam

In een testament kan worden bepaald dat er maar één erfgenaam is, als één van beide ouders komt te overlijden. Namelijk: de langstlevende. Eenvoudiger kan het bijna niet, zou je zeggen.

Nadeel van dit testament is echter dat de door de kinderen verschuldigde erfbelasting bij overlijden van beide ouders waarschijnlijk veel hoger zal zijn dan in het systeem van de hierboven omschreven verdeling.

Een ander 'nadeel' is dat de kinderen geen enkele grip op het geld of de goederen hebben, als de langstlevende een tijdje later een nieuwe partner krijgt. Maar ook dáár is een oplossing voor: de tweetrapsmaking.

4. Langstlevende enig erfgenaam met tweetrapsmaking

In deze laatste variant is de langstlevende ouder nog steeds enig erfgenaam, maar op het erfgenaamschap zit dan een soort wielklem. De erfenis is als het ware geoormerkt, zodat bij overlijden van de langstlevende ouder (en eventueel in andere gevallen, zoals bij faillissement, etc.) de erfenis van de eerst overledene - althans, wat daarvan over is - ten goede komt aan de tweede trap.

De tweede trap omvat de kinderen van de eerst overledene (die uiteraard ook de kinderen van de langstlevende kunnen zijn) en niet een eventuele nieuwe partner of zijn of haar kinderen.

Bijkomend voordeel is dat je op deze manier zorgt voor spreiding van het totale vermogen en dat daarmee de hoogte van de successiebelasting 'gedrukt' wordt.

Kortom: wees beducht voor de term 'langstlevende testament' als je niet weet om welke variant het gaat. Voor meer informatie ga je natuurlijk naar het reisbureau voor testamentaire routes: de notaris

Voogdijregeling belangrijk voor kind én vermogen

Veel ouders vragen zich af wat er met hun kinderen gebeurt als zij er niet meer zijn. Als er niets geregeld is, wordt dat bepaald door de rechter. U kunt daarvan afwijken door een testament op te stellen.

Bij gehuwden oefenen de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. Als een van beiden overlijdt, krijgt de ander automatisch het ouderlijk gezag. Als de ander vervolgens ook overlijdt (of als de ouders tegelijkertijd overlijden), benoemt de rechter een voogd over de minderjarige kinderen, tenzij de ouders in een testament zelf al een voogd hebben benoemd.

Door zo'n voogd-benoeming in een testament is de rol van de rechter uitgespeeld. De ouders hebben dan dwingend bepaald bij wie hun kinderen terechtkomen.

Vermogensbeheer

Anders dan vaak wordt gedacht, heeft het voogdijschap in eerste instantie vooral betrekking op vermogensbeheer. Pas in tweede instantie bepaalt de wet dat de voogd ervoor moet zorgen dat de kinderen worden verzorgd en opgevoed. Omdat de voogd dat niet zelf hoeft te doen, wordt vaak in testamenten aan de voogd gevraagd om de opvoeding en verzorging op zich te nemen. Vaak, maar niet altijd.

Als u een complex vermogen heeft, is het misschien verstandig om een accountant, een advocaat, of een goede vriend als voogd (dus vermogensbeheerder) te benoemen. In dat geval kunt u de vermogensbeheerder opdragen om de verzorging van de kinderen toe te vertrouwen aan iemand anders, die ook door u is aangewezen. Immers een expert op het gebied van vermogensbeheer hoeft niet tegelijkertijd ook een uitstekend opvoeder te zijn. En omgekeerd.