Samenwonen & Huwelijk

Samenlevingsvormen

Affectieve relaties tussen twee personen worden door de wet geregeld in de vorm van het huwelijk of in de vorm van het geregistreerd partnerschap. Beide vormen staan ook open voor personen van gelijk geslacht. De gevolgen die de wet aan het huwelijk en het geregistreerd partnerschap verbindt, zijn op vermogensrechtelijk gebied dezelfde.

Een paar dat geen huwelijk of registratie wenst, kan de vermogensrechtelijke gevolgen van de samenleving regelen met een samenlevingscontract. Het gaat primair om afspraken tussen de partners onderling. Het bestaan van een notarieel samenlevingscontract kan echter voor de toepassing van bepaalde regelingen als voorwaarde worden gesteld. In het bijzonder kan hier worden gedacht aan partnerpensioenregelingen, secundaire arbeidsvoorwaarden en bepaalde erfrechtelijke voorzieningen.

Verschillen tussen huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonen

Vaak zal in het gesprek met de (kandidaat-)notaris de vraag rijzen welke verschillen bestaan tussen huwelijk, geregistreerd partnerschap en ongehuwd samenleven met alleen een (notarieel) samenlevingscontract. De belangrijkste verschillen zijn:

a Formaliteiten

Zowel huwelijk als geregistreerd partnerschap komen tot stand bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ook de beëindiging van de relatie door de echtgenoten of partners is gebonden aan formaliteiten. Aan ongehuwd samenleven stelt de wet geen eisen. Een samenlevingscontract kan, maar hoeft niet te worden gemaakt.

b Levensonderhoud

Zowel gehuwden als geregistreerde partners zijn wettelijk verplicht elkaar ‘het nodige’ te verschaffen. Daarvan kan niet worden afgeweken. Na beëindiging van de relatie kan een alimentatieplicht ontstaan. ‘Gewoon’ ongehuwd samenlevenden hebben jegens elkaar geen onderhoudsplicht. Bij de vaststelling van het recht op en de hoogte van sommige uitkeringen, wordt het inkomen van de andere samenlever wel in aanmerking genomen.

c Wettelijke gemeenschap van goederen

Door het huwelijk of de registratie van het partnerschap ontstaat tussen de echtgenoten of partners van rechtswege de wettelijke gemeenschap van goederen. Van deze gemeenschap van goederen kan worden afgeweken door het maken van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Indien men ongehuwd gaat samenleven, ontstaat geen gemeenschap van goederen. Wel kunnen goederen gezamenlijk in eigendom worden verkregen.

d Huur

Indien een gehuwd of een geregistreerd persoon woonruimte huurt voor gezamenlijke bewoning, is diens echtgenoot of geregistreerde partner automatisch medehuurder. Een ‘gewoon’ ongehuwd samenlevende partner is dat niet. Wel kunnen zij gezamenlijk een verzoek daartoe aan de verhuurder doen. Als de samenwoning twee jaar heeft geduurd, moet de verhuurder hem of haar in beginsel als medehuurder erkennen. Vóór die instemming heeft de partner van de huurder geen rechten met betrekking tot de woning.

e Pensioen

Deelnemers aan een (aanvullende) pensioenregeling bouwen ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen (weduwen- en weduwnaarspensioen) op. Daarvoor worden bij het pensioenfonds rechten opgebouwd. Voor het geval van echtscheiding of beëindiging van geregistreerd partnerschap heeft de wetgever geregeld wat met die rechten dient te geschieden. Van toepassing is de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’. Het tijdens het bestaan van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen wordt tussen de gewezen echtgenoten/partners verdeeld. Het nabestaandenpensioen komt, voor zover opgebouwd tot de scheidingsdatum, alleen toe aan de gewezen echtgenoot/partner. De meeste pensioenfondsen kennen voor ongehuwd samen levenden een partnerpensioen. Dat is te vergelijken met het nabestaandenpensioen. Er bestaat geen regeling voor het ouderdomspensioen. Om voor het partnerpensioen in aanmerking te komen dient aan enige vereisten te worden voldaan. Die verschillen van fonds tot fonds. Meestal wordt een notarieel samenlevingscontract verlangd. De wet pensioenrechten is niet van toepassing op “gewoon” ongehuwd samenlevenden.

f Erfrecht

In geval van huwelijk en geregistreerd partnerschap erft de langstlevende echtgenoot of partner volgens de wet samen met de kinderen. In het huidige erfrecht erven de kinderen slechts een vordering op de langstlevende en behoudt de langstlevende de hele nalatenschap. Volgens de wet erven ‘gewoon’ ongehuwd samenlevenden niet van elkaar. ‘Gewoon’ ongehuwd samenlevenden moeten daarom een testament maken.